Clytospiza monteiri
Geen ondersoorten
Herkomst: Kameroen, Centraal-Afrika, Angola, Congo, D.R. Congo (Zaire), Soedan, Oeganda en Kenia
Grootte: 12 cm

Bruine druppelastrilde (man)

Bruine druppelastrilde (pop)
Voeding: Verschillende gras- en onkruidzaden worden genuttigd. Daarnaast worden regelmatig termieten opgepeuzeld
Ondanks twee verschillende leefgebieden, wordt de bruine druppelastrilde als één soort gekenmerkt. Er zijn wel geografische verschillen, vooral in de snavellengte. Dit zal verband houden met de voor handen zijnde vegetatie waaruit ze de zaden moeten bemachtigen.
Bruine druppels zijn schuwe vogels en zullen zich terugtrekken in struikgewas of beplanting indien daar de mogelijkheid toe is.
In een beplante voliëre zal men ze daarom weinig te zien krijgen.

18 dagen oud

Koppel met 4 jongen