Terug naar Mijn vogels

Roodmaskerastrilde

Pytilia hypogrammica

Deze soort heeft tegenwoordig formeel geen ondersoorten.

In mijn boek ‘Prachtvinken in beeld’ heb ik de vroegere ondersoort Pytilia lopezi als ondersoort Pytilia h. lopezi (roodvleugel/roodmaskerastrilde) ingevoerd. Klik hier voor de beschrijving.

Herkomst: Sierra Leone, Liberia, Z. Guinee, Ivoorkust, Ghana, Togo, Benin, Z. Nigeria, C. Kameroen en W.Centraal-Afrika.

Grootte: 11 cm.

Roodmaskerastrilde (man)

Roodmaskerastrilde (man)

Roodmaskerastrilde (pop)

Roodmaskerastrilde (pop)

Voeding: Goede kwaliteit tropenmengsel.Zo nu en dan wat eivoer.

Leven meestal alleen of in paartjes. Soms samen met andere prachtvinken of wevervogels. Schuwe en bescheiden vogeltjes, die nauwelijks opvallen en bij het minste of geringste in het struikgewas verdwijnen.
Deze vogels kan men prima in een gezelschapsvoliere houden.

8 dagen

8 dagen oud

3 weken oud

3 weken oud

Ouderpaar

Ouderpaar